1. Homepage
  2. Over Renewi
  3. Erkenning

Marktontwikkelingen 2025

10 december 2024

In onze weg naar een afvalvrije wereld investeren wij steeds meer in recycling technieken om grondstoffen uit ons afval te herwinnen. Om dit daadwerkelijk te kunnen realiseren passen wij jaarlijks onze condities aan op de ontwikkelingen in onze markt. De belangrijke ontwikkelingen hebben wij voor u op een rijtje gezet:

Algemene trends

Rol van de overheid

Om te zorgen dat klimaatdoelstellingen gehaald worden en er in 2050 genoeg voedsel en producten zijn voor iedereen, zet de overheid in op de Circulaire Economie en worden er CO2-maatregelen genomen. In haar Rijksbrede Programma Nederland Circulair in 2050 stelt de overheid al in 2030 als doel: 50% minder verbruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen). Wereldwijd leven we nog in een lineaire economie, waarin grondstoffen voornamelijk verbruikt worden voor economisch rendement. De circulaire economie gaat daarentegen uit van businessmodellen die zowel economische waarde opleveren als grondstoffen behouden. De Nederlandse overheid heeft een actief beleid om deze doelstellingen te halen. Zo zijn er een aantal instrumenten waar de overheid gebruikt van maakt:


Afvalstoffenbelasting

Per 1 jan 2019 is de afvalstoffenbelasting op het verbranden en storten van afval fors verhoogd (van € 13,21/ton naar € 32,12/ton) om zo hergebruik en recycling te stimuleren. In 2024 bedroeg de afvalstoffenbelasting € 39,23/ton. Verwachting voor 2025 is een stijging van € 0,47 per ton naar een bedrag van € 39,70 per ton.


Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3)

In het Landelijk Afval Beheerplan (LAP3) zien wij duidelijke wijzigingen om gescheiden inzameling en hergebruik en recycling te bevorderen. De overheid heeft het LAP3 verlengd tot eind 2025 (is ook de maximale verlenging). Begin 2025 verwachten wij het eerste concept van het Circulair Materialen Plan (CMP). Wij verwachten daarin extra maatregelen om circulariteit te stimuleren. Uiterlijk 1 januari 2026 zal dit van kracht zijn.


CO2-heffing

In 2021 heeft de overheid besloten om een CO2-heffing in te gaan voeren die richting 2030 steeds hoger wordt. Verwerkers moeten investeren in CO2-reductiemaatregelen die zorgen voor extra kosten. Prognose is nu dat dit vanaf 2026 ook effectief in rekening gebracht gaat. Dat zal dan vanaf 2026 per jaar een steeds groter effect gaan hebben op de poortprijs voor het verbranden van afval. Na Duitsland is er nu ook in Denemarken een CO2-heffing doorgevoerd voor verbranding van afval die met name op gevaarlijk afval van toepassing is.


Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV)

Met een UPV stelt men producenten en importeurs verantwoordelijk voor hun producten in de afvalfase. Hoe meer circulair een product is van een producent hoe minder bijdrage geleverd hoeft te worden. Door producenten verantwoordelijk te maken voor het afval dat ze zelf creëren, worden ze gestimuleerd bewuster te produceren. Dit vergroot de focus op hergebruik en recycling. Wij zien in toenemende maten het gebruik van een UPV. Zo is er sinds 1 januari 2023 een vergoeding voor de aparte inzameling van verpakkingen bij bedrijven en andere organisaties. Dit geldt oor Plastic verpakkingen en Drankkartons (PD) en glas wat in samenstelling gelijk is aan consumentenverpakkingen. Voor luier- en incontinentie afval werkt de overheid nu ook aan een UPV.


Zeer Zorgwekkende stoffen

Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn stoffen die schadelijk zijn voor milieu, mens en dier en aanwezig zijn in tal van producten. Afgelopen jaar is meer en meer duidelijk geworden dat ZZS een steeds grotere rol hebben. Het Europese doel is om ZZS uit de kringloop te halen. Ook in de afvalverwerking en recycling zijn er steeds meer normeringen en maatregelen om de gewenste bijdrage te kunnen leveren en moeten wij meer investeren. Zo wordt medio 2025 het ‘Besluit Melden Zeer Zorgwekkende Stoffen’ van kracht. Dit betekent een verplichting voor een bepaalde groep klanten om informatie te delen over ZZS. Deze extra administratieve verplichting zorgt ook voor meer kosten.


(Geo)politieke ontwikkelingen

De oorlog in Oekraïne en ook het conflict in de Gazastrook zorgen voor onrust wat (tijdelijk) instabiliteit geeft en dat zien wij vaak terug in de prijzen van de recyclaten. De beschikbaarheid van grondstoffen noodzaakt ook tot zelfvoorziening en meer acties gericht op behoud van grondstoffen in de EU of op nationaal niveau.


Gevecht om waardevolle grondstoffen

Met de groeiende vraag (door groei wereldbevolking en nieuwe ontwikkelingen zoals elektrische voertuigen) naar meer en nieuwe geavanceerde producten halen wij steeds meer waardevolle grondstoffen uit onze aarde. Er ontstaat een gevecht naar toegang tot deze grondstoffen. Europa heeft geen toegang tot deze bronnen dus het terugwinnen van grondstoffen uit afval wordt cruciaal.


Zorgen economische groei wereldwijd

De huidige economische situatie (vooral in de bouw en automotive) heeft gevolgen voor de afvalrecyclingbranche. De vraag naar en waarde van secundaire grondstoffen is veel lager en er komen minder tonnen recyclebaar afval over de installaties.


Vraag naar secundaire grondstoffen loopt achter

De vraag naar secundaire grondstoffen is flink afgenomen als gevolg van minder productie en doordat primaire grondstoffen goedkoop zijn. De waarde van de gerecyclede grondstoffen is hiermee gedaald.


Antwoord van Renewi

Samen vooruit in circulariteit.

Nu en in de toekomst. Als een pure-play recyclingbedrijf bevinden we ons in een bijzondere positie. Aan de voorkant van ons bedrijf bieden we afvalbeheerdiensten aan, terwijl we tegelijkertijd, aan de achterkant, het grootste deel van het verzamelde afval omzetten in hoogwaardige circulaire materialen. We brengen belanghebbenden in de circulaire economie samen om gezamenlijk nieuwe oplossingen te ontwikkelen. Dit stelt onze partners en klanten in staat om hun circulaire ambities te realiseren.


Inkomende en uitgaande materialen

Ons bedrijf is gebaseerd op twee materiaalstromen: inkomende afvalstromen en uitgaande circulaire materiaalstromen. We verzamelen inkomende afvalstromen bij onze partners en klanten, waaronder bedrijven, overheidsorganisaties, zorginstellingen, onderwijsinstellingen, secundaire verwerkers en andere organisaties. Deze afvalstromen dienen als grondstoffen voor ons recyclingproces.

Aan de andere kant hebben we de uitgaande circulaire materialen. Deze materialen worden in verschillende vormen verkocht aan producenten en soms aan secundaire sorteerders en handelaren. Producten die gemaakt zijn van circulaire materialen benaderen vaak de kwaliteit van primaire materialen en hebben doorgaans een lagere CO2-uitstoot. Dit speelt een cruciale rol bij het vertragen van klimaatverandering.

Waarde halen uit afval:

We benutten de waarde van afvalstromen via onze inzamelingsactiviteiten en partnerschappen, waarbij we afval en afvalwater verwerken en sorteren in meer dan 150 Renewi-installaties, voornamelijk in Nederland en België. Met toonaangevende expertise en infrastructuur produceren we secundaire materialen van hoge kwaliteit en verkopen deze voor gebruik in de productie van nieuwe, duurzamere producten.


Ons bedrijfsmodel:

Ons bedrijfsmodel stimuleert ons om zoveel mogelijk te recyclen. Daarom streven we ernaar de hoeveelheid materiaal die we recyclen te maximaliseren en streven we ernaar de hoogst mogelijke toegevoegde waarde te creëren en tegelijkertijd de uitstoot van koolstof in de waardeketen aanzienlijk te verminderen.

Ook in 2024 hebben wij weer geïnvesteerd in nieuwe recycling technieken, hebben wij wederom grote stappen gezet in het verduurzamen van onze inzamelvloot door nieuwe instroom van elektrische inzamelvoertuigen en de verdere uitrol van Green Collective in diverse steden. Ook in 2024 gaan wij verder op deze koers.


Marktontwikkelingen per afvalstroom

Naast de ketenkostenontwikkelingen hebben wij hieronder de effecten van de marktontwikkelingen per afvalstroom weergegeven:

Brandbaar bedrijfsafval

Om continuïteit in afzet te garanderen is veel volume van brandbaar bedrijfsafval vastgelegd bij eindverwerkers. Komend jaar zal het tarief verhoogd worden door de stijging van de door de overheid vastgestelde afvalstoffenheffing (stijging van 1,2%) en een inflatiecorrectie vanuit de eindverwerkers. Door de grote brand bij AVR in 2023 is een groot deel van de verbrandingscapaciteit in 2024 uit de markt geweest en zijn vraag en aanbod flink ontregelt. Eind 2024 zijn de eerste lijnen van AVR weer opgestart wat in 2025 moet gaan zorgen voor een beter evenwicht.

Daarnaast zien wij veel incidenten (branden en ontploffingen) door aanwezigheid van lachgascilinders, batterijen en accu’s. Hierdoor is er ongeplande stilstand en moet er flink geïnvesteerd worden in veiligheidsmaatregelen. In toenemend mate worden wij verplicht om het afval eerst te bewerken (o.a. shredderen) alvorens te mogen aanleveren bij de ovens. Dit zorgt voor een grote kostenstijging.

Hout
De vraag naar hout voor zowel de biomassa als voor de spaanplaatindustrie is verder gedaald. Oorzaak is de dalende energieprijs (na de piek eind 2022), de hoge voorraden en de verlaging van de productie van de biomassacentrales (o.a. door de warme winters). De spaanplaatindustrie heeft een lagere productie door de mindere vraag vanuit de bouw. Hierdoor zien wij de prijzen voor hout verder onderuit gaan.
Bouw- en sloopafval, Grof restafval en Grof huishoudelijk afval (GHA)
In de bouwsector zien wij nog steeds een lage productie. Hierdoor is er ook minder bouw- en sloopafval wat drukt op de vaste kosten van de scheidingsinstallaties. De ontwikkelingen bij BSA is daarbij vooral gekoppeld aan de afzet van de gesorteerde fracties op een afval sorteerinstallatie. Kostenontwikkeling is dus direct gekoppeld aan de marktontwikkeling van de gesorteerde fracties. Wij zien hier het effect van de sterk gewijzigde houtprijzen, de verlaging van de opbrengsten voor de metalen en een kostenstijging op de residufracties.
Recyclaten

Wij zien de recyclaatprijzen, na een korte opleving begin 2024, nu weer verder onderuit gaan.

Voor papier/karton hebben wij na de stijging voor de zomervakantie weer een forse daling gezien. De vooruitzichten zijn als gevolg van minder vraag naar papier en karton niet positief. Papierfabrieken hebben hoge voorraden en de productie wordt teruggeschroefd. Verwachting is dan ook voor 2025 een gemiddeld lager niveau als in 2024.

De metaalmarkt is erg grillig. Prijzen fluctueren sterk door de afhankelijkheid van de vraag naar grondstoffen, de economie (vooral bouw en automotive) en situatie in Oekraïne en de Gazastrook. De Europese schrootvraag zal naar verwachting niet stijgen (eerder verder dalen als steun uitblijft). Wij verwachten dus een lagere productie in de staalindustrie (met name in Turkije) door minder vraag en hoge concurrentie vanuit China. Over de gehele linie verwachten wij gemiddeld een daling van de opbrengst in 2024 ten opzichte van 2023.

Voor Non-Ferro verwachten wij, gestimuleerd door strengere regels, wel een gemiddeld stijgende waarde.

De vraag naar kunststoffen en hiermee ook de opbrengst is in 2024 sterk gedaald als gevolg van de lage olieprijs en lagere productie van de kunststof industrie. Wij zien ook een ongekend hoog aantal kunststof recyclingbedrijven failliet gaan. Een stimulering voor meer gebruik/toepassing van secundaire grondstoffen door de overheid is noodzakelijk maar zien wij op korte termijn nog niet gebeuren. Verwachting is dat de prijzen voor gerecyclede kunststoffen onder druk blijven staan.

Gevaarlijk afval

De kosten voor gevaarlijk afval zien wij al een aantal jaren een fors stijging. De belangrijkste oorzaken zijn:

Emissienormen
De aanwezigheid van Zeer Zorgwekkende stoffen (bv PFAS) in het milieu en ook dus in afval eist dat afvalverwerkers aan steeds strengere emissie eisen moeten voldoen. Daarnaast wordt de lijst met Zeer Zorgwekkende Stoffen steeds langer. Naast investering in veiligheidsmaatregelen en meer analyseren wat er bij de installaties binnenkomt moeten wij nu ook meer afval verpakt afvoeren in plaats van in bulk wat hogere kosten met zich mee brengt.

Ook zien wij een beweging dat meer afvalwaters van waterzuivering naar verbranding gebracht moeten worden door de aanwezigheid van Zeer Zorgwekkende Stoffen (zoals PFAS houdende afvalwaters) en zien wij dat spoelmiddelen worden vervangen voor waterige grondstoffen waardoor de gemiddelde calorische waarde daalt met als gevolg hogere verwerkingsprijzen.

Strengere eisen draaitrommelovens
Draaitrommelovens hebben steeds strengere normen voor verpakt afval (minder gewicht in een vat) wat ervoor zorgt dat de capaciteit zwaar onder druk staat. Daarnaast moeten zij, vanwege vervanging van oplosmiddel voor waterige grondstoffen, brandstoffen inkopen om het verbrandingsproces draaiende te houden.

Minder productie cementindustrie
Door de verminderde vraag naar cement als gevolg van verminderde activiteiten in de bouw gaat de cementindustrie volgend jaar 25% minder cement produceren. Hierdoor is er veel minder vraag naar substituut brandstoffen (afvalstromen) en dit zorgt voor hogere poortprijzen.

Ook hier speelt mee dat de calorische waarde van het afval daalt waardoor de poortprijs duurder wordt.

CO2-taks en exportvergunning
Na Duitsland is er nu ook in Denemarken een CO2-heffing doorgevoerd voor verbranding van afval die met name op gevaarlijk afval van toepassing is. De kosten om een exportvergunning te verkrijgen stijgen eveneens sterk.

Vraag en aanbod
Door de marktwerking (meer vraag naar verwerking dan capaciteit) zien wij een sterke stijging van de tarieven. Onze prioriteit ligt nu bij het garanderen van capaciteit (security-of-outlet) zodat onze dienstverlening door kan gaan.

Deponie
Door het ingezette ontmoedigingsbeleid vanuit de overheid zullen de poortprijzen van de deponie verder stijgen naast de verhoging van de afvalstoffenbelasting. De gevolgen kunnen verschillen per aangeboden afvalstroom en deponie. Naast het financiële ontmoedigingsbeleid wordt er steeds kritischer gekeken naar het afgeven van stortontheffingen, er wordt meer informatie (bv analyses) gevraagd.
Grond
De regels voor afzet van schone grond zijn veranderd en aangescherpt (ZZS eisen) o.a. als gevolg van de nieuwe omgevingswet. De gevolgen zijn meer inspanning om vervuilde grond te reiniging en gemiddeld zien wij dat grond langer in opslag ligt. De verwachting voor 2025 is dat de kosten verder stijgen.
Groenafval
Bij vergisting zien wij een dalende energieopbrengst. De tarieven voor het groenafval naar compostering zijn redelijk stabiel.
Organische slibben
De afzetmarkt voor organische slibben in Nederland is zorgelijk (vollast). Gevolg is dat dit slib vaker naar de Belgische- en Duitse markt wordt afgezet tegen hogere poortprijzen en stijgende ketenkosten. Ook de kwaliteitseisen worden hoger.
ODP en Swill
Door allerlei initiatieven om voedselverspilling te voorkomen zien wij het traditionele swill en ODP volume steeds verder afnemen. Ook zien wij de vergistingscapaciteit (met name co-vergisting) afnemen wat zorgt voor hogere kosten. Ook het slib uit de vergister is moeilijk af te zetten (zie organische slibben) met hogere kosten als gevolg. Een ander belangrijk onderdeel is de inzameling wat door de ontwikkelingen ook in kosten stijgt.
Glas
Glas is een stabiele markt en verpakkingsglas is per 1 januari 2023 onderdeel van het verpakkingsconvenant en onder de regie van Verpact.
Dakafval
Met slechts een paar verwerkers voor dakafval is de capaciteit vol benut en de verwerkers zijn zeer kritisch op de kwaliteit. De afzetmarkt is blijft stabiel maar ook fragiel.
Puin, gips en gasbeton
Er is minder vraag naar puin door minder (wegen)bouw activiteiten wat effect heeft op de prijs.
Matrassen
Met de geavanceerde recyclingtechniek van Retourmatras worden veel grondstoffen uit matrassen teruggewonnen. De prijzen van deze grondstoffen staan wel onder druk en de afvoer van hoog calorisch residu wordt duurder als gevolg van minder cementproductie (niet recyclebaar foam en tijk uit matrassen gaat als hoog calorisch afval naar de cementindustrie als brandstof).